jaarstukken 2018

5 Balans

uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

bedrag x € 1.000

31-12-2018

31-12-2017

Overige vorderingen: 1. handelsdebiteuren

2.980

2.650

Overige vorderingen: 2. belastingdebiteuren

2.325

2.239

Overige vorderingen: 3. sociale dienst debiteuren

3.452

3.436

Overige vorderingen: 4. voorziening dubieuze debiteuren

-2.705

-2.578

Overige vorderingen: 5. facilitaire projecten: nog te facturen

42

134

Uitzettingen in s Rijks schatkist met rentetypische looptijd korter dan één jaar

74.276

82.027

Vorderingen op openbare lichamen

2.742

2.032

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

83.112

89.940

1 t/m 3 en vorderingen op openbare lichamen: debiteurensaldo
Van het debiteurensaldo ad € 11,3 miljoen euro resteert in februari 2019 € 0,8 miljoen voor handels–, € 3,4 miljoen voor sociale dienst–, € 1,8 miljoen voor belastingdebiteuren en € 0,3 miljoen vorderingen op openbare lichamen (totaal € 6,8 miljoen). Hierbij moet echter in acht worden genomen dat het saldo van sociale dienstdebiteuren een specifiek karakter heeft, waarbij afloop van de vordering op korte termijn veelal niet wordt gerealiseerd.

4 voorziening dubieuze debiteuren
Van de voorziening dubieuze debiteuren heeft € 1,4 miljoen betrekking op het openstaande saldo “sociale dienstdebiteuren” ad. € 3,4 miljoen euro. Van de overige debiteuren met een volume van € 7,8 miljoen euro per 1 januari wordt € 1,3 miljoen euro als dubieuze vordering beschouwd. De voorziening wordt bepaald op basis van de vastgestelde spelregels in de financiële verordening 212.

5 facilitaire projecten: nog te factureren
Het betreft hier kosten faciliterend grondbeleid die verhaald kunnen worden op derden en waarbij sprake is van een getekende overeenkomst.

uitzettingen in ’s Rijks schatkist
In het Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat decentrale overheden vanaf 2013 gaan schatkistbankieren waardoor tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Hierdoor zal de Nederlandse staat minder geld hoeven te lenen op de financiële markten en daalt de staatsschuld.

In het besluit begroting en verantwoording (BBV) staat opgenomen dat met ingang van de rekening 2014 in de balans over (het gebruik van) het drempelbedrag wordt gerapporteerd volgens het navolgende voorgeschreven format. Uit de gegevens blijkt dat in 2018 het drempelbedrag in geen enkel kwartaal is overschreden.

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000)

Verslagjaar

2018

(1)

Drempelbedrag

1599

Kwartaal1

Kwartaal2

Kwartaal3

Kwartaal4

(2)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

440

545

346

184

(3a) = (1) > (2)

Ruimte onder het drempelbedrag

1.159

1.054

1.253

1.415

(3b) = (2) > (1)

Overschrijding van het drempelbedrag

-

-

-

-

(1) Berekening drempelbedrag

Verslagjaar

2018

(4a)

Begrotingstotaal verslagjaar

213.233

(4b)

Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen

213.233

(4c)

Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat

-

(1) = (4b)*0,0075 + (4c)*0,002 met een minimum van €250.000

Drempelbedrag

1599

(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

Kwartaal1

Kwartaal2

Kwartaal3

Kwartaal4

(5a)

Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil)

39.624

49.623

31.813

16.945

(5b)

Dagen in het kwartaal

90

91

92

92

(2) - (5a) / (5b)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

440

545

346

184

ga terug